Voor de leerlingen
Theorie leren
Havo, vwo
Hoort bij: Intro bovenbouw 2e editie onderdeel Kennen
Download benodigdheden:
Termen en begrippen met definities | Termen en begrippen zonder definities |
Aanpak
- Vul in het document zonder de definities bij elk begrip in wat je al weet.
- Zoek de begrippen die je nog niet direct weet op in je boek, in het digitale platform (eDition) of in het document met de definities. Vul de gevonden definities in op het andere document tot je alles compleet hebt.
- Bel/chat/skype met een klasgenoot en overhoor elkaar. Dat doe je van rechts naar links: je geeft de definitie en de ander noemt het bijbehorende begrip, en andersom.
Tip
- Ga in willekeurige volgorde door de termen en begrippen. Ga dus niet het rijtje af.
Muziekgeschiedenis leren
Vwo
Hoort bij: Intro bovenbouw 2e editie onderdeel Verkennen
Download benodigdheden:
Theorie per periode vwo | Muziekgeschiedenis per periode |
Aanpak
- Vul de definities in van de begrippen die je al weet.
- Check dit met de paragrafen van de muziekgeschiedenis (Verkennen) en eventueel ook met Kennen.
- Leer de samenvatting ‘Muziekgeschiedenis per periode’.
- Zoek de begrippen uit de samenvatting die je nog niet wist op en maak er een aantekening van.
- Zoek contact met een klasgenoot en overhoor elkaar. Jij geeft de definitie en de ander noemt het bijbehorende begrip, en andersom.
Tip
- Ga in willekeurige volgorde door de termen en begrippen. Ga dus niet het rijtje af.
Luistervaardigheid oefenen
Havo, vwo
Hoort bij: Intro bovenbouw 2e editie onderdelen muziektheorie (Kennen) en muziekgeschiedenis (Verkennen)
Download benodigdheden:
Audiofragmenten | Begrippen met definities |
Theorie per periode (vwo) | Voorbeelden met analyse |
Wat ga je doen:
Je gaat veel verschillende audiofragmenten uit alle stijlperiodes beluisteren. Eerst de voorbeeldfragmenten waar al veel muzikale kenmerken bij zijn genoemd. Daarmee krijg je een idee waar allemaal naar gevraagd wordt.
Vervolgens ga je naar een aantal andere fragmenten luisteren en ga je die muzikale kenmerken zelf proberen te herkennen en benoemen.
Het zijn 166 audiofragmenten uit de hele muziekgeschiedenis, die deels ook te vinden zijn in de opdrachten bij Verkennen op het digitale platform (eDition) en in de Intro-oefenapp. Fragment 1 is het oudst (Middeleeuwen), fragment 166 het nieuwst (R&B).
Voor vwo leerlingen is er de extra oefening onder ‘Extra vwo'.
Aanpak
- Beluister de fragmenten uit ‘Voorbeeld met analyse’ en test of je de muzikale kenmerken (de steekwoorden) herkent in de muziek.
- Markeer de begrippen die je gelijk herkent. Weet je een begrip niet meer, zoek dat dan op in ‘Begrippen met definities’.
- Beluister nu een aantal fragmenten die níét in de lijst ‘Voorbeeldfragmenten met analyse’ besproken zijn.
- Analyseer deze fragmenten zelf en haal de belangrijkste muzikale kenmerken eruit. Schrijf deze in steekwoorden op.
- Deel dit met een klasgenoot en bespreek wat je gevonden hebt. Bel elkaar op of werk met Skype of Zoom, dan kun je je scherm delen en elkaar laten zien. Effectiever en leuker dan in je eentje werken!
Tips
- In de examens wordt er nooit gevraagd: (voorbeeld) ‘Wat is een syncope’? Je hoort de muziek en als daar een syncope in zit word je geacht die te herkennen en de term syncope te kunnen benoemen.
- Zorg dat je van elke stijlperiode enkele fragmenten beluistert en analyseert. Neem bijvoorbeeld elke dag één klassieke en één jazz/pop periode.
Extra voor vwo
Voor vwo-leerlingen zijn ook de kenmerken per periode belangrijk.
Aanpak
- Neem een willekeurig fragment en bepaal uit welke periode het komt aan de hand van wat je hoort. Schrijf daarna gedetailleerd alle kenmerken op die je hoort.
- Als je met z'n tweeën werkt, laat de ander dan een willekeurig fragment horen en 'overhoor' hem of haar.
Intervallen en toonladders / toonsoorten
Havo, vwo
Hoort bij: Intro bovenbouw 2e editie onderdeel Kennen
Download benodigdheden:
Eerste Hulp bij Intervallen | Toonladders |
Aanpak
- Neem alle intervallen zelf door en speel ze op een keyboard, zodat je ze in het hoofd krijgt.
- Studeer op het ezelsbruggetje voor toonsoorten, ook op gehoor.
- Werk samen met een klasgenoot en overhoor elkaar.
Tips
- Kijk altijd eerst naar de sleutel en de voortekens vooraan de notenbalk.
- Modulatie wordt vaak gevraagd.
- Zorg dat je de bas (f) sleutel goed kan lezen, want de grondtoon zit vaak in de bas.
- Let op het benoemen majeur en mineur (toonladders en toonsoorten) en het vermelden van groot en klein (intervallen). En, herken je ook de drieklanken in notenbeelden en de grondtoon daarvan?
- Denk ook aan de parallelle mineur / majeur (kleine terts, anderhalve toon omlaag / omhoog).
Extra tips voor vwo
- Leer ook de manier waarop je kerktoonsoorten bepaalt (zie document).
- Buig je ook over tertsverwantschap: de toonsoorten verschillen een terts, maar zijn geen parallel van elkaar.
- Leer ook over de C-sleutel (altviool sleutel). Oefen met het omschrijven van noten van de ene sleutel naar de andere.