Home
Kennis en inspiratie
Basisonderwijs

Ervaring in de klas: "Met Alles telt Q kan ik mijn eigen instructie vormgeven"

Ervaring in de klas: "Met Alles telt Q kan ik mijn eigen instructie vormgeven"

“Met Alles telt Q kan ik mijn eigen instructie vormgeven”

Ze werkte enkele jaren geleden mee aan de pilot van Alles telt Q. Wat viel Esmee van Welsem op aan deze rekenmethode? En wat vindt de leerkracht op OBS De Toonladder nu van het lesmateriaal?

“Al in de eerste weken waarin ik met Alles telt Q werkte, merkte ik dat de methode me veel vrijheid gaf”, vertelt Esmee. “Meer dan de voorganger, ook van ThiemeMeulenhoff. Ik kreeg nog altijd duidelijke handvatten aangereikt voor mijn lessen in groep 4, maar die handvatten voelden wel minder dwingend, minder alsof het per se zó moest en niet anders. Het was alsof ik als leerkracht goede suggesties ontving voor mijn instructie, zonder dat ik de ruimte verloor voor mijn eigen ideeën en aanpak. Heel fijn vond ik dat.”

Kennis aanvullen

De methode was even wennen, geeft Esmee toe. “Voor mij als leerkracht, omdat ik meer keuzes kon maken én alle tools in de methode nog moest leren kennen. Maar ook voor leerlingen. Alles telt Q legt de lat hoger dan alle andere methodes die ik ken. Zelfs mijn meest rekenvaardige leerlingen merkten dat het een uitdaging was om het gevraagde niveau te halen.” Uiteindelijk raakten zij echter allemaal aan Alles telt Q gewend, wist Esmee ontbrekende kennis aan te vullen en had haar vólgende groep 4 geen kennishiaten. “Die kenden de methode al uit groep 3.”

Dezelfde leerdoelen

Inmiddels is het jaren later. Hoe bevalt de methode nu? “Mijn huidige leerlingen vinden heel veel dingen fijn aan Alles telt Q. Bijvoorbeeld dat ze de opdrachten in hun werkboek ook in dat boek mogen maken, in plaats van – onoverzichtelijker – in een apart schrift. En dat ze weliswaar op verschillende Alles telt Q-niveaus kunnen zitten, ‘Basis’ of ‘Plus’, maar altijd met dezelfde leerdoelen bezig zijn.” Vroeger, legt Esmee uit, werkten minder rekenvaardige kinderen aan andere leerdoelen. “Die scheiding voelde ongemakkelijk voor ze, alsof ze niet echt één klas waren.”

Leerzaam spelletjesboek

Prettig vinden haar leerlingen verder dat Alles telt Q afwisseling biedt. “Zo bevat elk lesblok zowel makkelijkere als moeilijkere sommen. Ook komt er na de ene activiteit, zoals ‘getallen oefenen’, vaak weer iets totaal anders, zoals ‘meten’.” Leerlingen kunnen bovendien, wanneer ze klaar zijn met de verwerkingsopdrachten in hun werkboek, verder op de computer. “Die digitale oefeningen zijn bedoeld om te automatiseren”, vertelt Esmee. “Kinderen vinden het hartstikke leuk om hiermee bezig te zijn. Net als met het ‘Q-schrift’, een vrolijk opgemaakt boek vol rekenspelletjes en -puzzels met plaatjes.”

Eigen weg nemen

“Mijn collega’s en ik vinden wel eens dat Alles telt Q te snel gaat. Dan stelt de methode iets voor waarvan wij denken dat onze leerlingen er nog niet klaar voor zijn. Zoals digitaal en analoog klokkijken in groep 4, zelfs per vijf minuten.” Wat de leerkrachten van OBS De Toonladder dan doen? “Dan kiezen we onze eigen weg. Dan zeg ik bijvoorbeeld: ‘Het is al mooi als ze digitaal de hoge en lage uren kunnen lezen – en analoog kwartieren. De rest komt volgend jaar wel.’” Esmee en haar collega’s nemen deze vrijheid, simpelweg omdat zij hun leerlingen het best kennen. “We zijn geen slaaf van de methode; we houden zelf de regie.”

Download de brochure over Alles telt Q

Wil jij meer weten over onze methode Alles telt Q? Download dan gratis onze brochure. Hierin lees je meer over de methode zoals: de didactiek, formatief evalueren én je kunt een check doen om te kijken of de methode bij jouw school past. Dat is niet alles: in de brochure vind je ook verhalen van scholen die de methode al gebruiken, interviews met mensen die meewerken aan de methode én rekenexperts.

Download brochure