Vertel! Wie zijn jullie en hoe lang staan jullie al voor de klas?
Ik ben Danique en ik ben leerkracht van groep 1-2. Na mijn werkopleiding-stage op O.B.S. De Toonladder kon ik hier blijven als vaste leerkracht. Ik sta nu één jaar voor de klas en heb het heel erg naar mijn zin.
Ik ben Esmee en ik ben nu sinds twee jaar leerkracht van groep 4b. Daarvoor heb ik les gegeven aan groep 7 en groep 1-2. Daar viel ik wel eens in. Ik kon, net als Danique, na mijn werkopleiding-stage op deze school aan de slag als vaste leerkracht.
Ik ben Ina en ik werk al íets langer op deze school. Al 18 jaar sta ik met ontzettend veel plezier voor de klas. Dat zie ik ook niet zo snel veranderen! Ik geef op dit moment les aan groep 6. Daarnaast ben ik ook rekenspecialist op deze school.
Het rekenonderwijs is constant in ontwikkeling. Hoe anders is het nu in vergelijking met toen je zelf op de basisschool zat?
Esmee: Voor mijn gevoel is het rekenonderwijs al véél verder. Soms denk ik “wow, moest ik dít al in groep 4 kunnen?”. Je merkt echt wel grote ver schillen. Het digitale stuk is er natuurlijk bij gekomen. Zo zijn er heel veel filmpjes om te laten zien. Daarbij zijn er ook meer handige tools om mee te rekenen, heel gemakkelijk vanaf het digibord. Als ik aankondig dat we eerst een filmpje gaan kijken voor de les gonst “YES, een filmpje!” door de klas. Het is natuurlijk hartstikke mooi dat die filmpjes zoveel enthousiasme bij de kinderen opwekken!
Danique: Ja, de lessen worden veel leuker met alles wat je op het digibord kan doen. En daarnaast heb je nu naar mijn idee ook veel meer materialen die je erbij kan pakken. Ik heb het niet zo in mijn geheugen zitten dat mijn juf of meester dat vroeger op de basisschool ook deed. Toen kreeg je gewoon een saai werkboekje dat je moest maken en verder waren er niet heel veel leuke materialen.
Ina: Wat ik me vooral kan herinneren is dat je eigenlijk alleen maar met je boek en je schrift voor je snufferd zat. Dat is nu echt niet meer zo. Je lette goed op wat de meester deed en dat deed je dan na. Snapte je het niet? Dan ging je aan zijn bureau staan en legde hij het nog honderd keer uit. That’s it. Dus geen instructietafel, weinig materiaal, niet het hoe en waarom je iets op een bepaalde manier moest doen. Je bent nu veel meer met inzicht bezig.
Wat zie je van de nieuwe inzichten in rekenonderwijs terug in Alles telt Q?
Danique: Ik zie bij de kleuters vooral de verwerking via de tablet of computer heel erg terug. Daarbij ziet de lesstof er ook heel aantrekkelijk uit voor de kinderen. Veel kleurtjes, spelletjes en filmpjes die ze aanspreken. Daarnaast heb ik voor groep 1-2 een mooi bronnenboek waar je lessen uit kunt halen. Het is fijn dat zoiets bestaat en dat ik dat in kan zetten als extra materiaal.
Esmee: Voor groep 4 hebben we de cockpit. Daar staan onder andere de lessen in. Bij veel methodes is de strekking: zó moeten kinderen het leren. Dat is dan ook vaak wat leerkrachten aanbieden. Met Alles telt Q heb ik meer het idee dat ik als leerkracht mijn deskundigheid kan inzetten tijdens de lessen. De lessen staan niet helemaal ‘voorgekauwd’ in de cockpit. Daardoor durf ik de methode veel meer los te laten. Die vrijheid vind ik heel fijn.