Docenten bouwen mee aan het nieuwe Traject Zorg

Hoe maak je lesmateriaal dat naadloos aansluit op de praktijk? ThiemeMeulenhoff betrekt hiervoor mensen die in die praktijk wérken — op meerdere momenten tijdens de vernieuwing van Traject Zorg. Een van die momenten was een uitgebreide concepttest met docenten en onderwijsontwikkelaars van negentien ROC’s. Hun reacties vormen nu het uitgangspunt voor een volgende proefversie.

De beoordeling van de proefversie vond plaats in september 2025. We organiseerden zes panelgesprekken met in totaal 28 testers. Onder hen waren de leerwegen BOL en BBL evenwichtig vertegenwoordigd. Datzelfde gold voor niveau 3 (Verzorgende IG) en niveau 4 (Verpleegkundige). In elk panel zat daarnaast minstens één persoon die nog nooit met Traject Zorg gewerkt had. Zo vergrootten we de kans op frisse inzichten: niet-gebruikers zien soms andere dingen dan mensen die de methode al kennen.

Welke feedback kregen we — en wat doen we ermee?

Tijdens de gesprekken gaven deelnemers hun mening over de inhoud, structuur en vormgeving van het materiaal. Ze bleken positief-kritisch. Velen vonden de voorbeeldmodule rustig en overzichtelijk, met een sterke structuur. Sommigen zagen ook verbetering ten opzichte van het huidige Traject Zorg (“moderner”, “minder druk”). Gemiddeld kreeg het proefmateriaal een 7,4. Dat gaf aan dat we al een stevige basis hadden, maar ook dat er nog ruimte was voor verfijning.

Op basis van de gesprekken kwamen vijf hoofdthema’s naar voren. Hieronder lees je per thema welke verbeterpunten we hoorden voor Traject Zorg – én wat we aanpassen op basis van deze punten:

• Flexibiliteit

Wat we hoorden: Het lesmateriaal moet snel en eenvoudig te arrangeren zijn, passend bij uiteenlopende onderwijsvormen en didactische keuzes (‘use cases’).

Wat we aanpassen: er wordt constant aan dit punt gewerkt. Naar aanleiding van dit specifieke panel gaan we ook nog ervoor zorgen dat arrangeren niet alleen op moduleniveau kan, maar ook op hoofdstuk- en opdrachtniveau. Daarnaast maken we de koppeling met werkprocessen beter zichtbaar in de inhoudsopgaven, in het lesmateriaal zelf en in de arrangeertool.

• Differentiatie tussen VIG en VP

Wat we hoorden: voor gebruikers moet meteen duidelijk zijn welke onderdelen bij welk niveau horen. Elk niveau moet een eigen pad hebben. Voor Verpleegkunde-studenten moet het lesmateriaal echt verdieping bieden – en aandacht geven aan klinisch/verpleegkundig redeneren.

Wat we aanpassen: we passen de visuele opmaak aan, zodat de verdiepende onderdelen voor VP meteen zichtbaar zijn. Waar mogelijk krijgt elke module drie soorten toepassingsopdrachten: voor VIG, voor VP en voor VIG-VP samen.

• Meer praktijkgerichtheid

Wat we hoorden: het materiaal moet genoeg activerende opdrachten bevatten, zodat studenten theorie koppelen aan de zorgpraktijk. Denk aan de analyse van video’s van zorgsituaties, het kritisch gebruik van AI-tools of samenwerkingsoefeningen. Zo leren zij beter te redeneren, kennis toe te passen en de handen ineen te slaan.

Wat we aanpassen: we maken duidelijker waar de (nieuwe) activerende opdrachten staan. Ook maken we duidelijker hoe en waar AI terugkomt in theorie en opdrachten.

• Betere geschiktheid voor BBL

Wat we hoorden: het lesmateriaal moet naast BOL-studenten ook goed aansluiten op BBL-studenten. Die werken al in de zorg en zijn meestal ouder dan BOL-studenten. Belangrijk voor hen zijn kortere, praktijkgerichte opdrachten, minder tekst, volwassen taalgebruik en meer ruimte voor eigen casuïstiek.

Wat we aanpassen: we spreken studenten aan in hun beroepsrol, met toon, taalgebruik en opdrachten die aansluiten op de beroepspraktijk. Studenten kunnen naast gebruik te maken van de contexten bij de opdrachten ook hun eigen praktijksituaties inbrengen en bespreken met collega’s of werkbegeleiders.

• Meer ondersteuning voor docenten

Wat we hoorden: docenten willen praktische hulp bij het inrichten van hun lessen met Traject Zorg. Bijvoorbeeld met voorbeeldarrangementen die zij kunnen aanpassen, trainingen/webinars over de arrangeertool en hulp bij het inpassen van Traject Zorg in het eigen onderwijsprogramma.

Wat we aanpassen: we ontwikkelen de gewenste hulp. Van trainingen en webinars over de arrangeertool tot voorbeeldarrangementen waaronder mbo-certificaten. Ook komt er een implementatieservice die helpt bij het inpassen van de methode in het eigen onderwijsprogramma. Zo komen we — stap voor stap en met het beroepsonderwijs als kompas — tot een vernieuwd Traject Zorg. Eén dat volledig aansluit op de wensen én eisen voor studiejaar 2026/2027.

Samen richting KD 2026

De concepttest van Traject Zorg vond plaats in de weken vóór de lancering van het nieuwe kwalificatiedossier (KD) in oktober 2025. Veel docenten verkennen dit dossier nog: wat verandert er precies en wat betekent dat vanaf schooljaar 2026/2027 voor hun onderwijs? Sommigen zijn al gestart met het aanpassen van modules, anderen wachten de eerste ervaringen af. Vooral het samengaan van Verzorgende IG en Verpleegkunde in één KD roept vragen op. Opleidingsteams zien daarin kansen voor samenwerking, maar vragen zich ook af of het onderscheid duidelijk genoeg blijft. Tast het samengaan de verdieping op niveau 4 bijvoorbeeld niet aan? Als ThiemeMeulenhoff ondersteunen wij mbo-zorgopleidingen in de overgang naar het nieuwe KD. Onder meer door helder te laten zien waar onderdelen van het nieuwe KD terugkomen in Traject Zorg. Ook blijven we ROC’s betrekken bij iedere stap van de ontwikkeling van het nieuwe Traject Zorg. Op die manier groeit het materiaal uit tot een methode die de praktijk weerspiegelt, volledig voldoet aan het nieuwe KD en studenten helpt om hun beroep zo goed mogelijk uit te oefenen. We slagen hierin door onderwijs- en opleidingskunde te combineren met praktijkervaring; door te kijken wat nodig is en werkt – samen met docenten en onderwijsontwikkelaars.